Belastingparadijs Nederland: Nationalisme vermomd als Globalisme
Momenteel loopt er een Eurotop waarbij de economische gevolgen van de coronacrisis centraal staan. Eén van de al veelbesproken thema's is noodsteun aan onder andere de zuidelijke lidstaten waarbij Nederland zich als één van de 'zuinige vier' heeft ontpopt. Zonder recht te doen aan de totale discussie is geen noodsteun zonder (politiek-economische-)voorwaarden hierbij één van de punten van inzet.
En dat klinkt natuurlijk alleszins redelijk. Want: waarom zouden 'wij' zomaar betalen voor alle landen? Moeten deze landen dan zelf hun belasting- en economische stelsel niet hervormen? Zodat wij zeker weten dat 'ons geld' goed aankomt?
Ja heel redelijk. Totdat je uitzoomt en de bredere context bekijkt.
Hiernaast zien we een grafiek gebaseerd op data van de Europese Commissie. Snelle analyse leert dat Nederland in het 'linkerrijtje' (4) staat voor wat betreft de kosten-baten verhouding van het deelnemen aan de interne Europese markt. Noot: geen enkel land heeft meer nadeel dan voordeel.
Leuk dus dat we zo zuinig zijn maar we hebben er gezien onze eigen kosten-baten historie niet persé een acute reden voor. |
Hiernaast een tweede grafiek over 'belastingparadijzen'. Nederland komt hier als winnaar uit de bus. De 'winst' voor ons is hierbij een paar miljard aan (belasting-)inkomsten. Echter: doordat internationale bedrijven onevenredig voor Nederland kiezen is het netto verlies voor de andere landen aan belastinginkomsten al snel een slordige 20 miljard.
Dus nog een keer: welke (morele-)reden hebben wij eigenlijk tot zuinig doen bij het compenseren van staatsinkomsten van andere landen? |
Inmiddels circuleren bovenstaande feiten en grafieken ook in de sociale- en reguliere media. En juist het morele vraagstuk is hierbij een groeiend probleem. Anders gezegd: het geduld in Europa begint een beetje op te raken. Want: hoe komt het nu eigenlijk over dat één van de grootste netto profiteerders én belastingparadijs ook de hardste voorwaarden aan anderen wil stellen voor het ontvangen van staatssteun?
Het lijkt een traditionele dominees-koopman mentaliteit. Rechts: financieel rentmeesterschap. Het lijkt -vanuit het perspectief van de bedrijven- hyper-kapitalistisch en liberaal te zijn. Links: globalisme grootkapitaal. In praktijk is het -zeker in EU verband- onversneden nationalisme en euroscepcisme. Alleen met een soort globalistisch sausje omdat het over zowel bedrijven als staatssteun over de grenzen heen gaat. En dat is een mooie paradox.
Internationaal de beste uitgangspositie behouden terwijl je als zuinig presenteert tegenover je buren.
Hoe nationalisme zich hier vermomd heeft als globalisme.
Hoe nationalisme zich hier vermomd heeft als globalisme.
Gebaseerd op bovenstaande cijfers is de vraag vooral: voor wie doet men dit nu eigenlijk? Rutte kan een gedecideerde lijn aanhouden en zo de Nederlander laten zien dat men niet zomaar met alles overstag gaat. Maar hoe fair is dat nu eigenlijk? Ik vrees zelf vooral voor onze positie en ons imago in Europa. We kunnen wel beweren niet 'gekke Henkie' te zijn maar wat als de rest ons straks ziet als 'boze Hendrik'?
Inmiddels is de eerste Thatcheriaanse vergelijking reeds gemaakt: Nederland zegt nee, nee, nee. Is dat waar het heen moet?
David Otten, juli 2020, op persoonlijke titel