Vandaag berichte de NOS dat Julian Assange wellicht toch de Ecuadoraanse ambasade in London zal moeten verlaten. "Is hij de messias van het vrije woord, of een ongeleid projectiel met grootheidswaan?" - Aldus de opening van het NOS artikel. Deze discussie staat tegenwoordig niet langer op zichzelf. Het is onderdeel van een patroon. Eén waarin uit bepaalde hoek sympathie lijkt te groeien t.a.v. iedere strijdende man die de macht uitdaagt. Een aantal -ogenschijnlijk random- maar prominente voorbeelden daarvan zijn de afgelopen tijd bovengedreven. Met name op internet is Jordan Peterson een hit. Sommige voorstanders zien in hem de duider van het (hun?) hedendaagse onbehagen bij uitstek. Critici verwijten hem een overdreven nadruk op masculiniteit, overgoten met een sociaal-conservatief sausje. Hoe het ook zij: ik las een interessant interview over deze man (longread). Nu eens niet van een ideologisch mede- of tegenstander maar van een oud-collega. Eentje die zelfs voorspraak voor hem had gedaan bij het verkrijgen van een baan als assistent-professor. Hij noteert een specifiek keerpunt waarop hij anders naar Peterson is gaan kijken.
Het betrof het moment waarop Peterson verklaarde zijn studenten niet 'genderneutraal' te willen aanspreken. Hij verkondigde dat hij 'zelfs naar de gevangenis zou kunnen gaan' als hij dat weigerde. De universiteit stelde -in het maximale geval- een boete voor bij overtreding. Wat wel kan gebeuren is dat er verdere juridische vervolging zou plaatsvinden bij het eventueel weigeren te betalen van die boete. Is dat nu een leugen of gewoon een beetje vrij omgaan met de waarheid? Prof. Bernard Shiff zag het echter als een beslissend moment waarop Peterson zich bereidwillig toonde desnoods als martelaar van het vrije woord in het gevang te draaien. En hiermee een man met een missie, of, een strijdende man was geworden. Tommy Robinson is momenteel wellicht het meest karakteristieke voorbeeld van zo'n strijdende man. In tegenstelling tot een professor presenteert hij zich als de working-class hero. Ook hij is controversieel te noemen. Volgens de één is hij een soort hooligan die zich niet aan gerechtelijke orders wenst te houden. Zijn fans zien in hem echter een strijder voor de waarheid die vertelt wat mainstream politiek en journalistiek maar ook politie en justitie bewust proberen te verzwijgen. Hoe dan ook: een man met een missie is het. Door zijn working-class imago komt hier de metafoor van de strijdende man het beste tot zijn recht. Een hele gewone jongen die zich genoodzaakt ziet het op te nemen tegen machtige instituties. Veel mensen hebben deze ontwikkelingen op met name sociale media gevolgd. Vaak kun je zien dat mensen met wat meer nationalistische sympathieën, waaronder anti-migratie, anti-EU, ook symphatie (b)leken te hebben voor bovengenoemde personen. Echter: migratie en EU zijn niet de ultieme verbindende factoren. Want; er is meer: Iets vreemds gebeurde er rondom het Catalaanse referendum en het arrestatiebevel tegen regiopresident Puigdemont. Laatstgenoemde kon in mijn feeds op opvallend veel steun uit wat we populistische hoek noemen rekenen. En dat is niet voor de hand liggend, gezien zijn liberale partij in Europees verband tot ALDE (lees: D66/VVD) behoort. Kennelijk riep de onafhankelijkheidsstrijd een vorm van onvoorwaardelijke sympathie op bij sommige mensen. En dat brengt ons alweer terug bij 'de strijdende man' als gemeenschappelijke factor. Iedereen die 'de macht' uitdaagt krijgt blijkbaar punten, geheel los van politieke (of religieuze) voorkeuren. En hiermee is de voorspelde "The End of Ideology" definitief waarheid gebleken. Dat geven deze populisten overigens zelf ook aan, vaak met de kreet: 'links en rechts zijn verouderde termen!'. In de geopolitiek vinden deze principes hun absolute hoogtepunt. De bewondering vanuit bepaalde hoek voor (leiders van) USA, Rusland of Syrië lijkt dan ook vooral te draaien om het 'strijdersimago'. Ideologisch valt er namelijk maar heel weinig van te zeggen. Want: Wat is er eigenlijk gemeenschappelijk aan de politieke ideologieën of de religieuze tradities van genoemde leiders of landen? Kort door de bocht: niets. Stefan Zweig kon het uitbreken van de eerste wereldoorlog niet anders verklaren dan -vrij vertaald- 'een overschot aan dynamiek'. Er lijken door de geschiedenis heen mensen te zijn geweest die helemaal niet precies weten waarvoor ze strijden. Maar die, ondanks dat, bijna compulsief worden opgedreven door een 'er moet nu iets gebeuren' gedachte. En het zijn precies zulke dynamische overschotten die in de geschiedenis de spreekwoordelijke pleuris deden uitbreken. Zie naast WO-I het op het tegenwoordige #fakenews gelijkende voorbeeld van het Emser Depesche. (Franco-Pruisische oorlog, door een oud docent van mij ooit gekscherend 'Wereldoorlog -1' genoemd). En nee, niet alle genoemde mensen propaganderen openlijk de oorlog. Het is vooral, om weer met Zweig te spreken, de bijbehorende dynamiek waar ik niet gerust op ben. De doemdenkerij: "als we nu n(iet) iets doen is alles verloren". Louter onschuldig is het continue denken in strijdmetaforen namelijk niet. Laten we nooit vergeten dat in vele oorlogen en opstanden mensen 'lachend en met een bloem in het geweer' ten strijde trokken. En achteraf niet eens exact leken te weten wat dat 'iets' precies was. (geschreven op persoonlijke titel)
0 Comments
Leave a Reply. |